Coca Cola & Het Atoom Virus
Op een zomeravond in 1954 werd ons spel op het
Borssenburgplein bruut onderbroken door een bontgekleurde Amerikaanse bestelauto.
Vanuit een luidspreker, gemonteerd bovenop de
bestuurderscabine, klonk muziek die van tijd
tot tijd onderbroken werd door een stem die opriep om naar de auto te komen om
gratis en voor niets te proeven van de enige echte Amerikaanse “Coca Cola”
limonade. Nou was ik verslaafd aan limonade en met name aan limonadegazeuse in
de smaak “Champagne Pils” verpakt in van die dikke hervulbare glazen spuitflessen
die we kochten bij melkhandel van Diemen in de Holendrechtstraat.
Met andere woorden, meneer
Coca Cola kon nog zo’n ijlie maken met z’n opfrissende, dorstlessende
prikkellimonade, die Yank moest echt van goede huize komen om onze eigenste
Gazeuseflessen van de kruideniersschappen te verdringen. Maar gratis is gratis,
dus onderbraken we met z’n allen ons spel en lieten ons elk een flesje van dat
spul proeven. Het smaakt naar hoestdrank riep ik stoer, het is net of het
flessie twee bulten heeft zei een ander. Kortom we deden met z’n allen ons best
om die softdrink vertegenwoordiger met z’n truck te overtuigen dat dat
Amerikaanse Coca Cola spul niet te zuipen was en geen lang leven in ons landje
achter de dijken beschoren zou zijn. Alhoewel je anders zou denken, zeker als je bedacht dat wij jonkies in de schaduw
van een echte Sky Scraper woonden, Cow Boy
(kojboj) speelden en net als die Yankees Bubble gum kauwden.
De Cola meneer keek ons
alleen maar meewarig aan onderwijl moppelend: “wacht maar af”. De muziek werd
opnieuw onderbroken en we zagen nu op de passagiersstoel in de truck een dame
de microfoon ter hand nemen met de tekst: “Bij aankoop van zes flesjes, een
Six-Pack Coca Cola, tegen het gereduceerde tarief van slechts 50 cents, en…
maak kans op een gratis mini kratje Coca Cola met zes gelijk gemarkeerde
kroonkurken. Sommige vriendjes en vriendinnetjes, die nog maar kort daarvoor
geroepen hadden dat ’t met Cola helemaal niks zou worden, verlieten op een draf
de groep om thuis kond te doen van deze Cola actie en gelijk hun ouders te
overtuigen centjes te geven om aan deze “six-pack” aanbieding, met kans op een gratis mini kratje, mee
te doen. Overlopers dacht ik toen ik thuis een extra vol glas met lauwe Champagne
pils vulde.
Met
de komst van Cola veranderde er langzamerhand een hoop in het aanbod en assortiment
in de voor ons zo vertrouwde zaken. Ons Holland werd als het ware over de
drempel van het atoomtijdperk gesleurd. Er kwam zelfs een echte
zelfbedieningswinkel, de supermarkt van Jaques Hermans in de Rijnstraat. Mede
door al die veranderingen hield de een na de andere kleine melkhandel en
grutter op te bestaan. Ook de snoepwinkel in de Borssenburgstraat gaf langzaamaan
de pijp aan Maarten om uiteindelijk definitief de zaak te sluiten. Dus was het
ook voor ons kids uit met het vanaf één centje kopen van snoep. Geen duimdrop,
trekdrop, veterdrop, salmiakdrop, muntdrop, zwart op wit, ouwel,
filmsterrenkauwgom, bubble gum, kauwgomballen, tumtum, hartjes, wijnballen,
toverballen, stroopsoldaatjes, zoethout, perendrups, jujubes, pepermunt, anijs,
lollies, winegums, spekkies, ulevellen, droptoffees, griotten, negerzoenen,
boterballen, noga, hete bliksem, kaneelstokken, haverstro, boterbonen, chocoknotsen,
amandelbonen, Engelse drop, perendrops, kandij, Laurierdrop, zuurtjes,
kersenstokken, ijsbonbons, Haagse hopjes, haverstro, schuimpjes, EBRO
gelukszakjes enz. enz. meer. Nee nu moesten we ons zakgeld in een keer aan één
soort voorverpakt snoepgoed besteden, en was het ook afgelopen met het vooraf,
liefst in de snoepwinkel zelf, wikken en wegen hoe en waaraan je, je,
zakcentjes kon besteden.
Bij
ons thuis had de Atoomkoorts
inmiddels toegeslagen, zo had m’n moeder haar complete garderobe in Dior’s A-lijn
door een thuisnaaister, een echte modinette, laten omtoveren en zelfs voor het
juiste silhouet een Maidenform Bullet BH aangeschaft.
Besloten
werd, nu we toch met het A-virus besmet
waren, dat ook het meubilair en de inrichting in een moderner jasje gestoken
diende te worden. Met behulp van oom Frans, die als animator en decorateur bij
de Cinetone studio werkte werd een plan de campagne qua makeover opgesteld.
Een aantal bestaande meubelen zouden worden gemoderniseerd en een groot aantal
meubelen zou worden vervangen, zo ook de wandbekleding, het tapijt, de vitrage
en de gordijnen. In de slaapkamer van mijn broer en mij zou de grootste metamorfose
plaatsvinden. Het metalen stapelbed werd vakkundig door onze Pa doormidden
gezaagd en er zo twee aparte ledikanten ontstonden, een voor m’n broer en een
voor mij. Op de plattegrond die oom Frans had getekend paste de beide bedden
bijna in de slaapkamerruimte en was er zelfs, nadat m’n Pa het voeteneinde van
mijn bed met zo’n dertig centimeter had ingekort, nog ruimte over voor een
studeerplek voor m’n broer Paul.
Kunstig werd door oom voor
genoemde studeerplek een bureau gefabriceerd. Multiplex, gezaagd in de vorm van
een boemerang werd het bureaublad met daaronder een kubus als kastje. Het
geheel gemonteerd op zithoogte op een zwartstalen frame. Alle kleuren, primaire
kleuren, die gebruikt zouden worden waren afgekeken van de kunstenaar en
industrieelontwerper Gerrit Rietveld.
Het behang bestond uit
verticale strepen in grijs en wit. Twee deuren, een kastdeur en de toegangsdeur
werden in geel en rood geverfd. Handige boekenkastjes uitgevoerd in kleurig
Tomado staal, zo ook twee Tomado leeslampjes, vonden hun plaats aan de muur met
de opmerking dat de leeslampjes zo waren geplaatst dat je als je in bed een boekje
las, je dit altijd door de schaduw, geworpen door je eigen hoofd, heen moest
doen.
Ook had oom Frans een tweetal
zit/opberg-units bedacht bestaande uit twee kubussen met elk een eigen deurtje.
Op de markt werd, zoals m’n
oma het noemde: “Een Lappie Picasso” gekocht waar de gordijnen en de
dekbedovertrekken van genaaid werden. Verder kwamen er op de vloer, doorgetrokken
vanuit de keuken, ook in een Rietveld patroon, coly vinyl tegels.
Alleen jammer dat onze slaapkamer
zich in een uitbouw in de tuin bevond en er in deze slaapkamer geen aansluiting
en afvoer voor een verwarming was. Dus van het plan daar te studeren of
gezellig te zitten, zeker in de herfst- en winterperiode, was geen sprake.
De kamer en suite, de gang en
de hal werden met antracietgrijze Jabo vloerbedekking gestoffeerd. In de gang
werden door m’n vader 2 kasten weggehaald om plaats te maken voor een tweepersoons
opklapbed, de slaapplaats voor mijn ouders. Daardoor konden we de kamer en
suite beiden als woonkamers gebruiken. Om
niet gelijk de hele spaarpot aan te spreken besloten m’n ouders om alleen de
voorkamer en de keuken in z’n geheel te moderniseren en de achterkamer slechts
op te frissen en de oude meubelen te behouden. Voor de voorkamer werd een
moderne bank en twee bijpassende kuipstoelen aangeschaft, die qua vorm leken op
meubels uit de collectie van Arti Form. De schoorsteenmantel werd door m’n
vader bekleed met een grijze eterniet plaat en ook de nieuwe gaskachel was in
een strak grijze uitvoering. Verder verbouwde en decoreerde oom Frans de oude
boekenkast en werd de oude radio en grammofoon ingeruild voor een echte Hifi
radio/grammofoon combinatie.
Een tegenvaller was dat
voorafgaand aan de herinrichting van de keuken en de toilet/douche ruimte eerst
de hal en keukenvloer gesloopt moesten worden omdat de vloerdelen en balken
door optrekkend vocht ernstig aangetast waren. Aansluitend daarop werden nieuwe
balken en vloerdelen aangebracht en kreeg de toiletruimte een granito
vloer. Nadat de vloer was gelegd werd de
keuken ter hand genomen. Een nieuw 5 pits gasfornuis, gasverwarming, een
warmwater geiser, een nieuw aanrechtblok, een nieuwe koelkast (met vriesvak),
een langzaamwasser, een 800 toeren centrifuge, betegeling en nieuwe keukenkastjes.
Holendrechtstraat 43 hs.
De woning was klaar. Maar het
A-virus was nog niet uitgewerkt en stond
klaar om z’n laatste slag te slaan! A,
had z’n oog laten vallen op onze Ford Prefect. Die automobiel kon
echt niet meer en moest weg! De Ford maakte plaats voor een Opel
Record. Maar ook die Opel was na een jaar of twee niet meer naar de zin
van het A-virus.
Om de 8 cilindermotor z’n
werk prijsbewust te laten doen, bleek het monster, buiten benzine, ook te
kunnen rijden op petroleum. Alleen moest je dan wel de motor starten met wat
aanstekerbenzine gedruppeld in het luchtfilter van de carburator.
Soldaat Paul Koghee & de Ford Customline
(oude
beschimmelde dia)
Gelukkig viel op 25 september
1961 de enveloppe met wenken voor de bescherming tegen het A-Virus op de mat.
En nadat we alle tips uit de brochure hadden gelezen en opgevolgd, waaronder de
tip om de buitenmuur in de tuin als wapen tegen de fall-out flits te witten verdween op slag het A-Virus en keerde
eindelijk de rust in ons gezin terug.
Oh ja…. de voorraad
gehamsterde spliterwten (ook een van de tips uit de brochure) en bruine bonen
hebben we samen met de rode bourgogne op een sombere herfstavond soldaat
gemaakt. Dat ons gezin de volgende dag met een groot aantal aanvallen van
Fall-Out te maken hadden is slechts een detail.
Peter Koghee