WISTEN WE VEEL

WISTEN WE VEEL


6e klas Meerhuizenschool 1956.

Op m’n zesde, m’n vader had net, juni 1950, de fietsenstalling van m’n grootvader in de Borssenburgstraat overgenomen, ging ik voor zesjaar naar de openbare lagere de Meerhuizenschool op het Meerhuizenplein. De eerste 3 klassen bij jufrouw Muller die les gaf gezeten op een podium en een verhoogde stoel en daarna 3 jaar bij Meester de Vocht. Na het leren van eerst schuinschrift met sponsendoos, griffel en lei, schuinblokschrift met kroontjespen, blokschrift met een blokschriftpen, een stuk of vier verschillende spellingen, leerden we ook (de taal boekjes waren nog van voor 1940) dat Oom in de Dessa ergens in de Gordel van Smaragd met influenza onder z’n klamboe in z’n sarong & kabaja op bed lag. En later tijdens geschiedenis leerden we alles over een tijdperk vol hunnenbedden, steen, ijzer, brons en dat de Batavieren in uitgeholde boomstammen de Rijn afzakten.
 Maar over de oorlog? Een oorlog die nog maar 5 jaar daarvoor beëindigd was. Nee daarover hoorde en leerde je op school wonderlijk genoeg niets.

Wist je veel dat er een aantal van je klasgenoten in onderduik geboren waren of van deportatie gered waren alleen vanwege het feit dat hun ouders gemengd gehuwd waren? Wist je veel dat er zoveel gezinnen uit jouw straat en buurt gedeporteerd en vermoord waren? Nee je had geen idee. Je begreep ook niet dat toen je een meisje uit je klas vroeg of ze met je wilde gaan, ze dat wel wilde, maar dat ze liever niet had dat je haar bij haar thuis zou ophalen om samen naar school te gaan. Je begreep ook niet dat ze  nooit vriendjes of vriendinnetjes op visite vroeg of op visite ging.

Vele jaren later toen ik met haar, Evelien, via internet contact met haar had, begreep ik dat dit te maken had haar vaders kampverleden en zijn angst haar te verliezen en dat ze daarom zo snel als ze kon van huis naar school en van school naar huis moest.

We maakten lol, en gingen we gewoon, bij mooi weer, met de klas sporten op het speelterrein aan de Gaaspstraat waar nog maar zo kort daarvoor het voor Joodse kinderen verboden was om daar te gaan spelen. Dat zelfde plein dat vanaf november 1941 door de Duitse bezetter aangewezen was als marktplaats voor onze Joodse medeburgers. Wist je veel dat hele familie(s) van je beste vriendje(s) en je buren uit onze buurt afgevoerd en vermoord waren. O ja je voelde wel, als je bij ze thuis speelde dat er iets was, maar nee, over het hoe en waarom wist je niets.

Later, veel later, kwamen die verhalen en het verdriet pas los. Hoe wonderlijk is het nu ik  terugkijk dat we ondanks alles met de klas bevrijding vierden terwijl een groot deel van onze klas eigenlijk nooit geleerd had waar die bevrijding nou eigenlijk uit bestond. De avond van 4 Mei ging de vlag halfstok, moest je, als de straatlantaarns gingen branden, stil staan en stil zijn. Op 5 Mei je feestelijk verkleden, de vlag uithangen, een bevrijdingslied zingen (later bij 10 jaar bevrijding samen met Willeke Alberti en op de Vrijheidslaan) Fietsen met houtenbanden over een parcours vol handicap en als je mazzel had mocht je koekhappen. O, ja, en op school een opstel en een tekening (de mijne van een vliegtuig dat broden naar beneden gooit naar mensen op het dak) maken met als onderwerp “De Oorlog”.

Dit jaar, 2010, heb ik voor het eerst daadwerkelijk begrepen of beter gevoeld wat mijn joodse vriendjes en m’n Joodse klasgenootjes al die jaren met zich mee hebben gedragen en nog steeds meedragen na het zien van de imponerende tentoonstelling “De ondergang van Abraham Reiss”
Museum de Fundatie in Zwolle met schilderijen en een daarbij behorend boek van m’n beste en oudste vriendje Jeroen Krabbé.




Anekdote.
Amsterdammers kennen dat wel eerst noem je,je, buurvrouw  en buurman “buuf en buur” daarna Tante en Ome. Ik had ook een paar omes en tantes.
Van een van die tantes, Sjaantje Buhrman, is de volgende anekdote die zich afspeelt een paar jaar na de oorlog.

Op de hoek van Rijnstraat en Vrijheidslaan (toen nog Stalinlaan) kwam een stalletje met fruit te staan . Tante Sjaan behept met een onvervalst Mokums - Jiddisch accent, extra geaccentueerd doordat m’n Tante Sjaan een gedeelte van haar verhemelte miste, wilde net haar bestelling bij de fruitman doen toen een dame ietwat voordrong en Tante Sjaan sprak: Gaat u gerust uw gang, ik heb net een paar jaar van binnenshuis wachten achter de rug en heb er toen naar gesnakt en zelfs voor gebeden om ooit eens een tijdje buiten te mogen wachten. Daarop keek de fruitman op en reageerde met: Oi, U ook? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten