IJSPRET FEBRUARI 1956
Oom Loe,
Paukenist bij de Nederlandse Opera, had één grote passie namelijk fotografie.
Gewapend met
zijn Leica-fototoestel legde hij alles, maar dan ook alles, wat hij tegenkwam op de gevoelige foto rol
vast.
Het
ontwikkelen, belichten en afwerken van de uiteindelijke fotografie gebeurde in
zijn donkerekamer opgetrokken op de hoogste verdieping, de latenzolder, van het
pand.
Oom Loe was
dan ook erg in zijn nopjes toen hij door een der solisten, een ietwat
corpulente Bariton, gevraagd werd om een foto van hem te vervaardigen die hij,
in een bepaalde oplage, voor promotie doeleinden kon gaan gebruiken.
De afspraak
was dat de zanger tijdens de repetities gefotografeerd zou worden, telkens als
Ome Lou ruimte had en hij vrij had van het bespelen van de, zoals hij het
gekscherend noemde, Boemketel.
Het is koud!
Jemig wat is het koud!
De
IJsbloemen op mijn tuinkamer staan een duimdik op het venster en de thermometer
in de tuin telt min 6 graden. En ik? Ik ben de ergste koukleum van het Westelijk
halfrond. Gelukkig is het in onze keuken in de Holendrechtstraat even koud als
op mijn slaapkamer, dus hoef ik niet aan het temperatuur verschil te wennen.
Vlot een natte lap met leidingwater over mijn snoet en haast me om me zo warm
mogelijk in te pakken. Dat ik daarbij niet lette op wat de laatste mode
voorschreef mag duidelijk zijn. Met andere woorden ik leek sprekend op een
wandelende lappenpop, maar dan wel een waar lijn 4 Zevenkeer overheen gereden
had. Mijn gedachten dwaalden af en bleven steken bij het dichtgevroren
Zuider-Amstel-Kanaal. Ik dook in de voorraadruimte onder de trap en viste een
paar verroeste rondrijders tevoorschijn waarop ik een paar jaar daarvoor met
gepaste tegenzin rondjes op had gedraaid. En, voor alle duidelijkheid, op deze
rondrijders, de naam zegt het al, op deze schaatsjes kon je alleen maar in de
rondte rijden. Voor simpel rechtdoor, was dit model schaatsen ten enenmale
ongeschikt. Maar uitstekend passend bij mensen met een hekel aan de winter, aan
sneeuw, aan kou en bovenal aan schaatsen, kortom prima passend bij iemand zoals
ik. Ik slenterde richting Amstelkade, bond de schaatsen onder en begaf me op
het IJs. Zo relaxed als mogelijk schaatste ik in de richting van een paar
bekenden, maar voor dat ik hen kon bereiken waren zij als bliksem schichten er
op hun Friese-Doorloop-IJzers vandoor gegaan.
Ik kroop onder de brug bij de Rijnstraat door en belande op het gedeelte
bij de P. L. Takstraat waar een soort van IJsbaan was aangelegd. In een vlaag
van waanzin besloot ik ook een rondje mee te draaien. Alhoewel ik vrijwel
constant door iedereen werd ingehaald lukte het mij na veel gekras een halve
ronde op de IJsbaan afteleggen. En precies daar stond Ome Lou de schaatsende
meute met zijn camera vast te leggen.
Even liet hij
de camera zakken knikte naar mij, wenkte mij, mompelde iets van, ik dacht,
Mephisto en verzocht mij of ik slechts op een been a la Sjoukje Dijkstra op hem
af wilde schaatsen. Ik voldeed aan zijn wens en stortte mij als een volleerd
lid van Holiday On Ice op één schaats richting Ome Loe. De lappen om mijn lijf
en de drie wollen sjaals wapperden daarbij vrolijk om me heen zodat het leek of
het beroemde ballet “De Vuurvogel” door mij persoonlijk ter plekke werd
opgevoerd.
Ome Loe
bedankte mij voor mijn inspanning en nam afscheid met de belofte dat hij
binnenkort de foto van mij bij ons thuis zou deponeren, maar dat ik even geduld
moest tonen omdat hij eerst een serie foto’s moest afwerken, promotie
materiaal, voor een beroemde zanger. Een week of wat later, de vorst was weer
voorbij, werd er ’s avonds gebeld en Ome Loe bracht de foto met mij op mijn ene
schaatsbeen. Daarbij vertellende dat de opdracht van de Bariton weliswaar op
tijd was afgeleverd, maar dat er, door een voor hem groot raadsel, dat er op een
aantal opnamen van de Bariton mijn Vuurvogel schaats act duidelijk op ’s mans
buik zichtbaar was. En dat een Intendant van een Duits Operahuis de foto,
Bariton met Kunstschaatser op buik, niet in dank had aangenomen en zeker niet
in aanmerking zou komen voor promotie doeleinden van ’s mans opernhous. Herr
Intendant zag de humor er dus zeker niet van in.
Maar ja
Duitsers en humor he?......
.
PS
De
IJspret foto is in de jaren helaas zoek
geraakt.